Stel je eens voor…
Je loopt een museum binnen. In dat museum hangt een aantal fenomenale werken. Je loopt naar de werken toe en bewondert ze van dichtbij. Terwijl je dat doet, denk je bij je zelf: “Goh, wat een schitterende kunst! Dit zou ik zonder twijfel in mijn woonkamer hebben hangen. Het is mooi en sommige schilderijen wekken zelfs emotie op.” Bij het derde schilderij bemerk je in de rechter onderhoek een handtekening. Je nadert het werk en bekijkt de handtekening nader. Je leest ‘Made by Robot’. Je deinst geschrokken achteruit. Dit werk is niet door een mens gemaakt?!!
Niet nieuw
Het klinkt als science-fiction, maar kunst gemaakt door kunstmatige intelligentie bestaat al een tijdje en het is daarom zeker niet nieuw. Zelf doet het onderwerp mij denken aan een aflevering van Star Trek Voyager, waarbij de bemanning in contact komt met mensachtigen die nog nooit zang en muziek hebben gehoord. Na talloze optredens van de holografische arts van Voyager, begrijpen de buitenaardsen het concept van muziek echter nog steeds niet… . Maar dat robotkunst een feit is blijkt uit een reeks werken van robotkunstenaars.
Wat is kunst?
Onder kunst verstaan we tal van activiteiten die leiden tot een kunstwerk dat als esthetisch aangenaam ervaren, ofwel mooi, wordt en dat mogelijk emotie opwekt of overbrengt.
Omdat emotie en schoonheid heel persoonlijk zijn, is niet iedereen het altijd met elkaar eens wat nu kunst is en wat niet. Kortom, wat de ene persoon kunst vindt, is voor de andere geen kunst.
Emotie
Kunst werd tot noch toe gezien als iets wat toebehoorde aan de mens. Mensen maken kunst; machines zijn gewoon machines. Maar wat als technologie, of specifieker, kunstmatige intelligentie iets produceert waarbij we onze twijfels hebben? En wat als machines emoties nabootsen?
Sinds Alan Turing, één van de grote genieën in de formele logica en wiskunde, bestaan er Turing-tests. Aan de basis van deze test ligt de vraag of machines kunnen denken of niet. Het beroemde imitatiespel-experiment kwam hieruit voort. Turing-tests worden vandaag massaal ingezet met als doel om spam tegen te gaan. Dat wordt gedaan met de bekende CAPTCHA’s, waarmee websites bepalen of iemand een computer of mens is.
Tegenwoordig bestaan er verschillende sites waar het doel is om te raden welk werk gemaakt is door een machine en welk werk door een mens. Die zijn er al voor gedichten en Shakespeariaanse sonnetten, oftewel werken die we over het algemeen als menselijke uitingen beschouwen. In veel gevallen blijkt het erg lastig om het machinale werk eruit te halen. Omdat we emotie en schoonheid zo zeer associëren met deze vormen van kunst, is de vergelijking tussen mens en machine daarom gauw gemaakt. Oftewel: de machine produceert kunst, net zoals de mens, ergo de machine moet dan wel net zo denken als de mens.
Dit leidt onherroepelijk tot de vraag: wat betekent dit voor ons als mens en ons mens-zijn? Als machines bijvoorbeeld beter in staat zijn kunst te maken dan wij mensen, zijn machines dan meer als mensen, of zijn mensen juist meer als machines?
Chinese kamer
Filosoof en hoogleraar John Searle kwam met een antwoord op de probleemstelling van Turing. Hij stelde de zogenaamde Chinese kamer voor.
Stel je voor dat je persoon in een afgesloten kamer zet. De kamer heeft een gleuf waardoor briefjes kunnen worden doorgeven. De kamer bevat verder een boek, schrijfgerei en papier. In het boek staan handelingen en instructies in de moedertaal van de persoon.
Via de gleuf vallen er briefjes binnen met Chinese karakters. De persoon kent geen woord Chinees, maar kan wel in het boek lezen hoe te reageren op de binnenkomende briefjes. Dat doet die persoon. Eventueel worden er briefjes beschreven en teruggegeven door de gleuf.
De essentie hier is dat we het hebben over een informatieverwerkend systeem, oftewel een computer, oftewel het principe van een computer.
Searle stelt daarmee dat met de Turing-test nooit bewezen kan worden dat de ‘bedriegende’ computer net zo denkt als een mens. Oftewel, ook al lijkt een machine net zo te reageren als een mens, of het echt een mens is, kan nooit uit dergelijke tests blijken.
De noodzaak van kunst
Terugkomend op robots die kunst maken zou je op basis van Searle kunnen stellen dat de kunst misschien wel authentieke emoties en ideeën van schoonheid ontlokken bij mensen. Echter, het creatieve en kunstzinnige proces is daarmee een set instructies gegeven door mensen. Het creatieve en kunstzinnige als expressievorm bij mensen is daarmee iets wat robots lastig lijken te kunnen nabootsen. Vooral het waarom lijkt lastig te benaderen. Alleen al voor mensen is het lastig om te duiden waarom we bepaalde dingen doen, waaronder kunst… Zelfs voor alledaagse emoties en gedragingen, zoals lachen, zijn nog weinig begrepen. We weten dat ze belangrijk zijn en dat ze een nut hebben, maar hoe dat zo geëvolueerd is en waarom, blijft enigszins enigmatisch. Sommige kunstenaars beheersen hun element in hart en nieren, voelen zich als een vis in het water bij het beoefenen, maar kunnen slecht beperkt in woorden vatten waarom ze het doen. En misschien is dat juist het punt van kunst: schoonheid en emoties zijn soms slecht onder woorden te brengen, en dus wordt kunst gebruikt om datgene te communiceren dat niet in woorden uit te drukken valt.
Hybride kunst?
Over het ‘waarom’ van kunst kun je lang door filosoferen. Maar evengoed interessant is de vraag of we niet al veel langer machinaal kunst creëren. Als sinds de wandschilderingen in de grotten van Lascaux gebruikte men al hulpstukken om het werk te realiseren. Het verhaal van de ontdekking van de grotten gaat overigens dat drie Franse vrienden op een dag toevallig vrij waren van het werk en gingen wandelen met de hond. Plotseling verdween deze in een gat in de grond: de toegang tot de grotten. De naam van de hond:
Robot…
De wandschilderingen vormen één van de vroegste bewijsstukken dat de mens duizenden jaren voor de huidige jaartelling al aan kunst deed. Maar ook toen al waren extra middelen nodig.
Als we tegenwoordig een schilderij maken, gebruiken we een ezel, doek, penseel en machinaal geproduceerde verf.
Als we een foto maken, gaat dat nu vaak met een spiegelreflexcamera en helpt de autofocus om het plaatje scherp te krijgen, terwijl de sensoren in de camera de ideale iso-waarde bepalen.
Wat als de foto’s die met die camera zijn gemaakt, worden gepubliceerd met behulp van een desktoppublishingprogramma zoals InDesign.
Kortom, de vraagt rijst of onze kunst niet al langere tijd een hybride was tussen mens en machine. Enigszins geruststellend is het wel. Ze zijn er altijd al geweest en hebben ons verder geholpen. Toch is er ook deel dat je met het lezen van de machinaal vervaardigde sonnetten een soort umheimlich gevoel geeft: het is bekend maar toch apart. Je voelt dat er iets anders in de lucht hangt.
Creëren of creatie?
Na tal van omzwervingen kom je toch weer uit bij de aloude vraag: kunnen machines denken? Welke rol speelt vrije wil bij het maken van kunst? Maken machines zelf kunst, of maken machines kunst omdat ze dat zelf willen? Als ze dat zelf zouden willen, waarom zouden ze dat dan willen? En hoe weten we als mens zeker dat wij hen dat niet hebben opgedragen? Is kunstmatige intelligentie nu een product van de mens of een nieuwe soort, en dus met een eigen wil, en dus eigen kunstzinnige expressievormen?
Misschien bevindt het antwoord zich wel in wat de definitie van kunst nu precies is. Wat staat bij kunst namelijk centraal? De ervaring van de kunstenaar? Of de ervaring van degene die de kunst aanschouwt?
Bronnen:
Art in the Age of Technoscience: transgressing the boundaries, Ingeborg Reichle
(en) Turing, A.M. (1950). Computing machinery and intelligence. Mind, 59, 433-460.
Searle, John, 1990, “Collective intentions and actions” in: Intentions in Communication.