Kritisch denkvermogen is het bewust objectief kunnen onderzoeken van informatie en het beoordelen of deze informatie op waarheid gestoeld is of niet. Het belang van kritisch is natuurlijk niets nieuws. Al door de wijsgeren Socrates en Plato werd kritisch denken als een bijzonder belangrijke vaardigheid geprezen. Maar waarom wordt deze vaardigheid dan juist nu zo prominent voor het voetlicht gebracht?
Zeeën aan informatie
De meest voor de hand liggende reden is dat de digitalisering voor gigantische zeeën aan informatie zorgt. Alleen al in 2017 waren zo’n 3,7 miljard mensen verbonden met het internet. Die genereerden zo’n 2,5 triljoen (18 nullen) bytes aan data per dag. Elke minuut voerden ze 3,6 miljoen zoekopdrachten op Google uit, vertwitterden ze zo’n 456.000 berichtjes en keken ze circa 4,15 miljoen Youtube-video’s.
Dat is gigantisch véél data, echt waanzinnig veel data…. en, in de nabije toekomst, wordt dit, hoe kan het ook anders, nog veel meer.
Information overload
Met die grote massa aan data en informatie, wordt het steeds lastiger om een overzicht te krijgen van alle informatie, laat staan om een idee te hebben van de diepgang van deze informatie. Onze hersenen kunnen immers maar een beperkte hoeveelheid aan informatie per dag verwerken. Mensen lijden al een tijd aan information overload, oftewel een teveel aan informatie.
Deze grote zeeën aan info hebben twee belangrijke consequenties voor ons kritisch denkvermogen.
Grondig onderzoeken
De eerste heeft ermee te maken dat iets kritisch kunnen beoordelen vereist dat men informatie grondig bekijkt en onderzoekt. Pas als je jezelf onbevangen en onbevooroordeeld inleest, kun je voorzichtig met een enigszins objectief oordeel komen. Echter, wetenschappers hebben nu aangetoond dat er tijdens hersenscans van mensen met smartphones gebieden in het brein oplichten die vergelijkbaar zijn met de beloningsgebieden van drugsverslaafden. Anders gezegd, onze hersenen kicken er heftig op om continu zo veel mogelijk nieuwe informatie te verkrijgen. Onze smartphones zijn voor ons brein een walhalla aan prikkelende en spannende stimuli.
Persverse prikkel
Vanwege deze ‘perverse’ prikkel van kwantiteit boven kwaliteit, zijn we meer dan ook gevoelig voor ‘updates’, ‘nieuwsflitsen’ en andere ‘push-notificaties’. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het scannen van de Facebookfeed. Iedere ochtend scrollen velen van ons braaf door te feed heen, zodat we vervolgens op het werk mee kunnen praten en onze mening kunnen geven. Echter, in hoeverre hebben we in die paar minuten (of misschien zelfs seconden), echt de kans gehad om de info kritisch te beoordelen? Waarschijnlijk niet echt… maar in elk geval ga je niet af als je collega een bepaald actueel onderwerp aansnijdt.
Toename van data
Een tweede consequentie van de enorme toename aan data, is dat het confirmation bias in de hand werkt: we zoeken (en vinden) graag informatie die al aansluit op wat we al dachten. De hoeveelheid data die er is maakt het natuurlijk ook makkelijker om tegenstrijdige meningen op te zoeken. Van de andere kant, betekent dit ook dat er voor ieder standpunt wel bewijs is te verkrijgen. Een goed voorbeeld hiervan is het standpunt dat de Aarde niet opwarmt door toedoen van de mens. Als je hiernaar op zoek gaat, zul je inderdaad ‘bewijs’ vinden dat de mens niet van invloed is. Dit terwijl uit grootschalige onderzoeken is gebleken dat 97% van de klimatologen wél onderschrijft dat de opwarming te wijten is aan ons. Waarom we geneigd zijn tot bevestiging, heeft alles te make met cognitieve dissonantie: het nare gevoel als je worstelt met twee tegengestelde overtuigingen. Als datgene dat je wilde bevestigen je nauw aan het hart ligt, is het nooit fijn om te lezen over tegengestelde ideeën. Deze staan dan diametraal tegenover, in feite, je identiteit en wie je bent. Je neigt er altijd naar dat je idealen en overtuigingen overeenkomen met de bewijzen die je in je omgeving aantreft. Lukt dit niet, dan roept dit conflict op.
Behind the curve
In de documentaire Behind the Curve wordt het verhaal verteld van een kleine groep mensen die zichzelf flat-earthers noemt. Oftewel, het zijn mensen die erin geloven dat de Aarde een plat is, niet bolvormig. Ze zijn hier zó van overtuigd dat ze regelmatig samen komen, populaire Youtubekanalen hebben en websites beheren. Ze verkopen zelfs T-shirts en andere accessoires. In de docu komen verschillende standpunten aan bod, van flat-earthers zelf, tot wetenschappers die perplex staan maar toch gefascineerd zijn vanwege het fenomeen. Ondanks dat de Oude Grieken al hadden bewezen dat de Aarde rond is, blijft deze groep mensen er hardnekkig in geloven dat het een platte schijf is met aan de buitenzijden grote ijsrotsen. Interessant is dat steekhoudende en logische argumenten vrijwel altijd verworpen worden. Aan het einde van Behind the Curve wordt de achterliggende boodschap duidelijker. Het idee is dat flat earthers goedbedoelende mensen zijn, maar die ergens het vertrouwen in de overheid en andere instituten hebben verloren. Door dit gebrek aan vertrouwen zijn ze begonnen samen te scharen en de waarheid zelf proefondervindelijk te beschrijven. Het enige probleem: hun wetenschappelijke experimenten zijn niet kritisch genoeg en leiden tot de verkeerde conclusies; conclusies die, volgens hen, bevestigen dat de Aarde plat is. Volgens de documentaire en de wetenschappers die aan het woord komen, maakt dit deel uit van een groeiend, groter probleem: een gebrek aan vertrouwen onder mensen die zelf niet per se de achtergrond of academische achtergrond hebben om de feiten zelf te controleren. Ze voelen zich gekleineerd, onbegrepen en vooral niet serieus genomen. Volgens de documentairemakers onderligt hetzelfde probleem ook de anti-vaxxers-beweging. Deze anti-vaccinatiebeweging gelooft erin dat vaccineren ongewenste zaken met zich meebrengt, waaronder autisme. En waar er in principe bij een groep mensen die niet in een ronde Aarde geloof, geen probleem is, is dat probleem er wel degelijk bij de anti-vaxers. Bij het vaccineren is het essentieel dat er een hoge vaccinatiegraad is. Een vaccinatiedekking van 95% is vaak minimaal nodig om een bepaalde ziekte af te zweren, bijvoorbeeld voor de mazelen. Oftewel, vrijwel iedere ouder moet erin geloven dat het goed is om zijn of haar kind te laten inenten. Nu heeft recent Deens onderzoek uitgewezen dat autisme niet veroorzaakt wordt door inentingen.
Nieuwe Middeleeuwen
Wat de combinatie van wantrouwen en de zee aan informatie nu zo interessant maakt, is dat mensen binnen hun eigen bubbel (filterbubbel), op zoek kunnen naar de informatie die hun overtuiging bevestigt (confirmation bias), om vervolgens hun eigen waarheden te creëren en deze te verspreiden. Er is sprake van een soort ‘fake news’, behalve dat er iets anders is, namelijk: de mensen die het creëren, geloven er zelf in dat het waar is. Zo ontstond het geloof dat BMR-inentingen autisme zouden veroorzaken. Dit was op basis van een wetenschappelijke paper van de Britse arts Andrew Wakefield. De paper is uiteindelijk ingetrokken vanwege frauduleuze praktijken, maar helaas was de schade toen al gedaan. Hetzelfde geldt ook voor klimaatverandering. Een zeer hoog percentage (95 tot bijna 100% ) van de klimaatwetenschappers erkent dat de mens verantwoordelijk is voor de klimaatverandering. De Britse auteur James Bridle waarschuwt hier ook voor in zijn boek New Dark Age en is in het bijzonder kritisch op de complexiteit die het digitale tijdperk met zich mee brengt. “Terwijl er meer informatie beschikbaar komt, wordt de wereld meer en meer verwarrend.”, aldus Bridle in een interview.” Dit leidt tot een zekere paradox: er is meer informatie dan ooit beschikbaar, maar die komt ons niet altijd ten goede. Net als tijdens de eerste Middeleeuwen, stelt Bridle dat de mens zich begeeft in een tijdperk waarbij we door de bomen het bos niet meer zien. Tenzij we kritischer met de data die we hebben om leren gaan, gaan we ten onder aan ons eigen succes. Bovendien maakt het ons gemakkelijker te manipuleren dan ooit. Het ironische daarvan is echter weer dat de flat-earthers, de anti-vaxxers en de anti-klimaatveranderaars inderdaad kritischer zijn geworden. Het probleem is dat ze dat op de verkeerde manier zijn, met de verkeerde methodes. De wetenschappelijke methode is bij uitstek de wijze om kritisch te zijn. Maar dit is gelijk ook de methode die men niet begrijpt en daarom dus afzweert. Ergens ook logisch, want statistiek kan overweldigend zijn voor mensen die er niet bekend meet zijn. Daarbovenop kan het blijven herhalen van iets waar je zelf in gelooft, ervoor zorgen dat je alleen maar bevestiging krijgt. Het hele systeem van de wetenschap, met haar peer-reviews, is erop gericht om die cirkel continu te verbreken.
Kunstmatige intelligentie
Veel stemmen gaan op om dan kunstmatige intelligentie ons maar te laten assisteren in ons denken. Immers, machines zijn toch puur objectief en kunnen veel sneller grote hoeveelheden data en informatie verwerken? Maar helaas… ook A.I. is bevooroordeeld. We vergeten namelijk dat veel zelflerende systemen dit op een bepaalde manier doen. Als deze manier dankzij brute rekenkracht gebaseerd is op hoe de mens iets doet, dan is er dus eigenlijk maar weinig verschil. Een mooi voorbeeld hiervan is Amazon. De internetgigant gebruikte een poos geleden kunstmatige intelligentie voor hun sollicitatieprocedures. Het idee erachter was om het vinden van de juiste mensen eenvoudiger en goedkoper te maken. Deze manier van recruiteren werd echter geschrapt nadat men ontdekte dat de algoritmes vrouwen discrimineerden . Het is natuurlijk niet alleen bar en boos met A.I., en mogelijk zijn er wel goede toepassingen en algoritmes die ons kunnen helpen kritischer te denken. Het punt hier blijft echter dat A.I. niet heilig is, zoals soms onterecht wordt gedacht. Toch ook een kritische kanttekening bij A.I. is dat het, net als bij veel andere disciplines, voor veel mensen een black box is. Het is simpelweg niet voor iedereen neergelegd om te begrijpen wat een bepaald algoritme doet. Dat is ook niet altijd fysiek mogelijk, vaak vanwege de complexiteit en omvang. Kritisch nadenken over de ethiek van een rijdende auto? Dat kan, maar de algoritmes die hier aan het werk zijn bevatten misschien wel miljoenen regels programmeercode. Als je als mens al in staat bent om te begrijpen wat er staat, dan moet je ook nog eens de tijd hebben om deze code door te nemen. Een vrijwel onmogelijke opgave. Toch, stelt James Bridle, moeten ook niet-programmeurs mee kunnen praten over het algoritme. Zijn mensen die niet programmeren automatisch uitgesloten van het debat en het begrijpen van de technologie? Bridle stelt van niet en vindt dat iedereen mee moet praten.
Valkuilen van zelflerende systemen
Veel stemmen gaan op om dan kunstmatige intelligentie ons maar te laten assisteren in ons denken. Immers, machines zijn toch puur objectief en kunnen veel sneller grote hoeveelheden data en informatie verwerken? Maar helaas… ook A.I. is bevooroordeeld. We vergeten namelijk dat veel zelflerende systemen dit op een bepaalde manier doen. Als deze manier dankzij brute rekenkracht gebaseerd is op hoe de mens iets doet, dan is er dus eigenlijk maar weinig verschil. Een mooi voorbeeld hiervan is Amazon. De internetgigant gebruikte een poos geleden kunstmatige intelligentie voor hun sollicitatieprocedures. Het idee erachter was om het vinden van de juiste mensen eenvoudiger en goedkoper te maken. Deze manier van recruiteren werd echter geschrapt nadat men ontdekte dat de algoritmes vrouwen discrimineerden . Het is natuurlijk niet alleen bar en boos met A.I., en mogelijk zijn er wel goede toepassingen en algoritmes die ons kunnen helpen kritischer te denken. Het punt hier blijft echter dat A.I. niet heilig is, zoals soms onterecht wordt gedacht. Toch ook een kritische kanttekening bij A.I. is dat het, net als bij veel andere disciplines, voor veel mensen een black box is. Het is simpelweg niet voor iedereen neergelegd om te begrijpen wat een bepaald algoritme doet. Dat is ook niet altijd fysiek mogelijk, vaak vanwege de complexiteit en omvang. Kritisch nadenken over de ethiek van een rijdende auto? Dat kan, maar de algoritmes die hier aan het werk zijn bevatten misschien wel miljoenen regels programmeercode. Als je als mens al in staat bent om te begrijpen wat er staat, dan moet je ook nog eens de tijd hebben om deze code door te nemen. Een vrijwel onmogelijke opgave. Toch, stelt James Bridle, moeten ook niet-programmeurs mee kunnen praten over het algoritme. Zijn mensen die niet programmeren automatisch uitgesloten van het debat en het begrijpen van de technologie? Bridle stelt van niet en vindt dat iedereen mee moet praten.
Conclusie
Al bij al blijkt kritisch denken dus een vaardigheid die belangrijker is dan ooit. Het effectief beoordelen van de betrouwbaarheid van gegevens en geïnformeerd zijn over de verschillende invalshoeken die er bestaan, helpt ons om de stortvloed aan data te overzien. Mogelijk gaat A.I. ons daar in de toekomst mee helpen. Of we die hulp nu krijgen of niet, het blijft voor de mens altijd belangrijk om kritisch om te gaan met onze omgeving.
Bronnen:
https://web-assets.domo.com/blog/wp-content/uploads/2017/07/17_domo_data-never-sleeps-5-01.png
https://www.bmj.com/content/342/bmj.c7452.full
https://www.forbes.com/sites/bernardmarr/2018/05/21/how-much-data-do-we-create-every-day-the-mind-blowing-stats-everyone-should-read/d