Je hebt waarschijnlijk wel eens gehoord van assertiviteit. Misschien heb je zelfs weleens een training gehad. Maar waarom is deze vaardigheid steeds essentiëler voor onze communicatie in de 21ste eeuw?
Wat is assertiviteit precies?
Er bestaan veel misverstanden over assertiviteit. Soms wordt het gelijkgeschaard met nee durven zeggen. Maar volgens veel experts in het vak klopt dit niet. Een collega die vraagt of je hem of haar misschien wilt helpen en daar vervolgens botweg op antwoorden met ‘NEE!’, is vaak respectloos.
In plaats daarvan is assertiviteit je eigen belangen behartigen mét respect voor de ander. Dat laatste woordje, respect, maakt alle verschil. Zo werd mij tien jaar geleden eens verteld om mezelf meer te laten gelden en assertiever te zijn. Naïef als ik toen was, interpreteerde ik dat als een vrijbrief om tegen iedereen ongezouten mijn mening en wensen uit te spreken. Mensen waren toen snel klaar met me en tragisch genoeg begreep ik pas veel later waarom: ondanks dat ze respect hadden voor het feit dat ik mijn mening en behoeften uitsprak, merkten ze dat ik geen respect had voor die van hen. Ik was niet assertief; ik was agressief. Sowieso was ik binnen enkele weken getransformeerd van iemand die vooral sub-assertief – niet opkomend voor zijn eigen belangen maar wel voor die van een ander – naar vooral agressief gegaan – alléén maar opkomend voor zijn eigen belangen.
Maar waarom is assertiviteit vooral nu zo belangrijk in de communicatie van tegenwoordig? Hieronder drie redenen:
Reden 1: Je kweekt er eigenwaarde mee
Misschien wel de belangrijkste reden is je eigenwaarde. Zowel sub-assertiviteit als agressiviteit worden namelijk gevoed door onzekerheid. Iemand die geen vertrouwen heeft in dat hij of zij aardig gevonden kan worden, zal slijmen bij anderen en alle wensen van de ander inwilligen: sub-assertief. Iemand die het idee heeft dat hij dingen koste wat het kost gedaan moet krijgen, en wel op zijn eigen manier, door met de ellebogen te werken, is agressief. Maar iedere keer dat je dat doet, brokkelt je eigenwaarde en zelfvertrouwen een stukje af. De relaties om je heen storten in elkaar totdat er een smeulende puinhoop – je reputatie en imago – overblijft waar je, met wat geluk, nog mee overnieuw kunt beginnen.
Reden 2: Het beschermt je tegen werkdruk en (keuze)stress
Een tweede reden zijn de naar ons gevoel toenemende werkdruk en keuzestress. Het is tegen intuïtief dat in een wereld waar steeds meer automatisch lijkt te kunnen en waar je zelfs je boodschappen kunt laten bezorgen, we tóch het idee hebben dat we meer druk ervaren. Er zijn veel verklaringen aan te wijzen, maar één belangrijke is mogelijk toch wel dat we steeds meer mogelijkheden hebben met z’n allen. Veel scholen, waaronder de school waar ik zelf werk, bieden studenten niet langer sec een opleiding aan waar ze vier jaar aan werken en waar ze vervolgens klaar mee zijn. Nee, het is een leven lang leren. Dat is ook wel nodig om te kunnen concurreren, onder andere nu al met China, dat nu al aan de Europese voordeuren klopt, maar ook omdat de technologie in een stroomversnelling raakt. De menselijke maat raakt zoek, we zien talloze mogelijkheden en daardoor krijgen we het idee dat we ook veel meer moeten, misschien wel simpelweg omdat het kan.
Verder hoor je vaak dat we in een samenleving leven in Nederland waar iedereen steeds mondiger is. Mondiger klinkt mooi en positief, maar als dit in werkelijkheid staat voor jezelf agressiever uiten, dan is dat niet zo fraai. In het gebouw waar men eigenlijk het goede voorbeeld dient te geven, de Tweede Kamer, geven politici elkaar dagelijks een verbaal agressieve veeg uit de pan. Want wat we vergeten is dat agressiviteit niet per se het wezenloos op elkaar inbeuken is. Onder agressiviteit wordt – in het kader van assertiviteit – eigenlijk alles verstaan waarmee je de mening en intentie van de ander beïnvloedt door de ander geen keuze meer te laten. Een baas die zijn werknemer verbaal manipuleert om over te werken, geeft zijn collega bijna geen mogelijkheden meer om te ontsnappen. Iets wat sociaal psycholoog Adam Galinsky een gebrek aan power noemt. Het kan weleens zo zijn dat we in plaats van mondiger juist agressiever zijn geworden, letterlijk zonder slag of stoot. Dat leidt dan weer tot een verharding van de samenleving. We zijn steeds harder naar elkaar, daar waar we eigenlijk meer empathie moeten tonen. Oftewel, we moeten assertiever worden met z’n allen en nadenken over onze eigen belangen, en tegelijkertijd over die van een ander.
Assertiviteit speelt hier een levensgrote rol in. Want de druk om allerlei verschillende dingen te ‘moeten’ doen, komt voornamelijk voort uit dat we zo veel letten op de mensen om ons heen. Bijvoorbeeld op de sociale media. Het FOMO of fear of missing out gevoel. Iedereen spreekt op Twitter zijn mening uit en doet zijn zegje. Maar juist een aantal kenmerken van assertiviteit kan mensen helpen om daar op een respectvolle manier ‘maling’ aan te hebben. Maar Mark Manson zegt het beter:
Overigens vind ik Mark Manson’s veelvuldige gebruik van het f-woord niet getuigen van assertiviteit, maar eerder van agressiviteit. Van de andere kant heeft hij wel een punt gemaakt bij heel veel mensen en is zijn boek niet voor niets een bestseller.
Toch is het punt dat veel mensen over het hoofd zien bij assertiviteit, dat je een aantal assertiviteits ‘rechten’ hebt. In het boek ‘When I say no, I feel Guilty’ van schrijver Manuel J. Smith worden die beschreven.
Zo is één recht dat je het recht hebt om te zeggen: “Ik weet het niet.” En dat recht is heel gemakkelijk te vertalen naar dat je niet overal een mening over hoeft te hebben, of dat je niet alles hoeft te weten vandaag de dag. Daarnaast heb je ook het recht om te zeggen dat je iets je niet uit maakt.
De vraag is sowieso óf wel wel moeten willen dat we altijd en overal een mening over moeten hebben.
Reden 3: Het is een goede etiquette op sociale media
Tot slot is de derde reden de sociale media. Zoals velen opvalt, viert de cancelcultuur hoogtijdagen. Wat men in de middeleeuwen ooit eens heksenjacht noemde, doet men tegenwoordig online op digitale dorpspleinen. Zoals Jon Ronson laat zien in zijn TED-talk, kost het slechts één onfortuinlijke Tweet om je carrière binnen een aantal uur volledig om zeep te helpen. Het is online cancelen van iemand, is in feite een vorm van ondoordachte en onkritische gewelddadigheid; iemand eerst met een steen aan z’n been in de vijver gooien en vervolgens pas erachter komen dat hij niet drijft… Weliswaar digitaal verbaal, maar wel agressiviteit, omdat we niet het respect tonen aan de ander om ons te verdiepen in zijn of haar – in dit geval haar – verhaal en haar kant van de uitspraak. Zoals Ronson ook zegt, “…our shaming brains were so simple-minded…”, oftewel het lijkt wel of we soms genieten van wat agressief gedrag. En ook hier komt assertiviteit weer om de hoek kijken. Eveneens omdat we getraind zijn om overal een mening over te hebben, moeten we ook een expliciete (Twitter) mening hebben over alles wat we tegenkomen, ook al hebben we alleen de kop van het bericht gelezen. Assertiviteit behelst zoals eerder gezegd met respect voor de ander, maar dat betekent ook dat we de ander het voordeel van de twijfel moeten kunnen geven en niet altijd moeten willen oordelen – of ons oordeel kant-en-klaar met geslepen messen moeten willen uitspreken.
Uiteindelijk is het antwoord dat we met z’n allen assertiever moeten worden. Als dat zelf wordt, dan scheelt dat in elk geval al voor jezelf. Maar als iedereen dat is, dan zou dat ongetwijfeld een betere maatschappij opleveren.
Het beeld van een tv-reclame schiet me ineens te binnen. Een meisje dat door een winkelstraat rent en tegen iemand opbotst. Vervolgens de blik van de vrouw tegen wie ze opbotste: open, niet oordelend en op de eerste plaats ervan uitgaande dat het per ongeluk was. Als we met elkaar open staan voor die intentie die in onze communicatie soms kwijtraakt, en daar met respect voor het feit dat we allemaal weleens fouten maken op reageren, zouden we ongetwijfeld een fijnere samenleving hebben.